Botsing met het leven
Gisteren zat ik in de trein van Enschede naar Utrecht. Ineens stopten we, midden op een overgang. "Er is waarschijnlijk een aanrijding geweest" riep de mevrouw van de NS om. Even later: "We hebben een vervelende mededeling. Er is inderdaad een aanrijding geweest, met dodelijke afloop. We weten nog niet hoe lang het gaat duren. Meer informatie volgt."
Slik. Een aanrijding. Dood. We hadden iemand dood gereden. Een vreselijk idee. Ik keek naar buiten waar de buurt toestroomde, auto's werden omgeleid en mensen van de NS en politie druk rondliepen. Later kwam de brandweer om de trein schoon te maken, gewapend met brandslang, een vuilniszak en witte handschoentjes. Serieuze uitdrukkingen op de gezichten van de brandweermannen. Ondertussen hingen een aantal mensen in de trein zo ver mogelijk met hun hoofd uit het raampje, om maar een glimp op te kunnen vangen van wat er vooraan de trein bezig was. Ook de buurt stond lekker op straat te koekeloeren; sigaretje roken met de buurvrouw, gezellig, ongelukje kijken. Ik werd er misselijk van.
Maar ja, zo gaan die dingen. Mensen hebben nu eenmaal een onbegrijpelijke fascinatie voor ongeluk, leed, de dood. Even kijken wat er gebeurd is en dan gaat het leven weer door. Terwijl er nog geen anderhalfuur geleden iemand dood onder de trein lag, reden wij weer verder. Naar daar waarop ons gewacht werd. Mobieltje aan, even bellen dat je wat later komt. Kan ik nog mee eten vanavond?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten