Froukiwi en de chaostheorie
Ik ben redelijk netjes. Goede vrienden zullen dit een understatement noemen en om eerlijk te zijn hebben ze gelijk: ik ben soms netjes op het neurotische af. Mijn huis is altijd keurig opgeruimd en het is er niet minder op geworden sinds ik samenwoon met een man die zijn kleding graag met militaire precisie opvouwt. Vrienden die bij me komen eten vragen tijdens de afwas vaak zenuwachtig: "waar moet dit?", omdat ze weten dat een verkeerd weggelegde lepel mijn dag in de war kan schoppen. Uit de kast getrokken kleren blijven meestal niet langer dan een dag of drie rondslingeren op een speciaal daarvoor bestemde kledingstoel, en zelfs dan hang ik ze er netjes overheen. De ontelbare spullen die vriendlief D. in het weekend uit zijn camouflagetas opdiept (schoonmaakkwastje, zakdoek, pasje, zakmes, printjes van het een of ander, EHBO-zakhandboekje en meer) worden keurig in een mandje gedeponeerd zodat het niet zo'n rommeltje is op tafel.
Ook bij andere mensen thuis kan ik me soms niet inhouden. De cd-collectie van vriendin H. heb ik al eens gereorganiseerd, omdat in elk doosje een cd zat die er niet hoorde. En bij vriend P. merkte ik laatst spottend op dat het er "een huishouden van Jan Steen" is. Kortom: ik ben redelijk netjes.
Maar dit weekend heeft er een revolutie plaatsgevonden in de leefwereld van Froukiwi. Ik had grootse plannen: winkelen en vriendinnenbezoek op vrijdag; boodschappen doen, koken, optutten en uiteindelijk het jaarlijkse kerstdiner met mijn oude studentenhuis op zaterdag; de alvast ingeplande kater op zondag. Door al die plannen zou mijn wekelijkse schoonmaakuurtje er al voor de tweede keer achtereen bij inschieten. Ik maakte me hier dagenlang zorgen over, maar besloot uiteindelijk om mijzelf eens streng aan te pakken. De enige regel voor het weekend: er mag niks gedaan worden aan het huishouden.
Het was even zweten, maar toen ik eenmaal gewend was aan de chaos ging het me heel goed af. In de hoeken van het huis lagen stofwolken met lange haren. Overal op tafel lagen ongedefinieerde stapeltjes met ongeopende post, leesboeken, bonnetjes, to do lijstjes en ander papierwerk, gelezen en ongelezen tijdschriften, alles hoppa door elkaar heen. Door de regen natgeworden kleding hing over de stoelen. In de gang stonden diverse modderlaarzen, gewoon zomaar te staan. Wat een wilde bende!
Het was een heerlijk weekend. Ik kon gewoon op de bank neerploffen en mijn voeten op tafel slingeren zonder eerst van alles op te moeten ruimen. Eigenlijk zou ik altijd zo moeten leven. Maar dezelfde goede vrienden waar ik het eerder over had, zullen ook weten dat dit makkelijker gezegd is dan gedaan. Ik heb gisterenavond, toen het weekend toch eigenlijk al bijna voorbij was, gauw weer een stapeltje post voor D. en eentje voor mijzelf gemaakt.
3 opmerkingen:
Als je afkickverschijnselen krijgt mag je mijn kamer wel op komen ruimen :P
Ik wou al zeggen ;)
En waarschijnlijk krijg je een ware aanval wanneer je mijn (nu oude :D) studentenkamer ziet op de campus..
Wahaha, nou, ik ben er eentje van beide uitersten, dus ik kan het me levendig voorstellen :)
Wel erg grappig, ik had geen schoonmaakneuroot achter jou gezocht. (en nee, ook geen chaoot)
Een reactie posten