Watje
Ik twijfelde. Uiteindelijk deed ik toch mijn regenjas aan, pakte mijn tas met zwemspullen en liep naar de deur. Bij de deur keek ik naar buiten en twijfelde ik weer even. Toch ging ik naar buiten. Ik liep door de motregen over het grindpad naar mijn fiets. Halverwege stond ik stil. Ik twijfelde. Toen keerde ik om en vluchtte ik weer naar binnen. Ik had het me nog zo voorgenomen, weer of geen weer, maar vandaag zit het er gewoon niet in. Ik ga niet zwemmen in het buitenbad.