Omdat het lijstje met "afspraken na 31 juli" achterin mijn agenda steeds langer werd, besloot ik gisteren een nieuwe agenda te gaan kopen. Bij de Hema kon ik niet helemaal slagen en omdat de kantoorboekhandel helemaal aan de andere kant van de stad zit, bedacht ik me dat ik wel even bij de V&D binnen kon lopen. Dat had ik beter niet kunnen doen.
Ik vroeg een dame in herkenbare blauw-rode V&D-kiel waar de agenda's lagen. "Tweede etage, op de schoolcampus," antwoorde ze. Oh ja. Da's waar ook. Schoolcampus. De plek waar je als brugger aan het einde van het schooljaar naartoe ging en kwijlend rondliep tussen de rollen felgekleurd kaftpapier, dikke agenda's met foto's van Peter André en multomappen van de Penny Club. Als je daar je schoolspullen kocht was je cool. Nu vond ik het wat minder cool. Sterke nog, ik werd zelfs een beetje bang van al die coolheid. De discolichten schenen over de agenda's, schriften, pennen en andere troep, zogenaamd nonchalant uitgestalt in schreeuwerige schappen, terwijl op de grote plasmaschermen de hippe jonge presentatrice van TMF de volgende clip aankondigde. Twee scholieren, net rijp voor hun eerste agenda, liepen een beetje onzeker maar toch ook stoer langs de Hitkrant, Loesje en Cosmo Girl! spullen. Een moeder was met een zoontje in haar kielzog op zoek naar die ene etui. Een V&D-medewerker, nog jong, maar eigenlijk alweer te oud voor die coole spullen, hielp hen zoeken.
Ik heb nog even snel gekeken of ze toevallig ook zo'n handige kleine zwarte agenda met ringband hadden, maar toen ik die niet kon vinden ben ik er als een haas vandoor gegaan.