Heitje voor een karweitje
Regelmatig word ik geconfronteerd met mijn onvermogen om grenzen te stellen, voor mezelf op te komen of confrontaties aan te gaan. Ik houd niet van ruzie, ik wil dat iedereen mij aardig vindt, dus nee zeggen of boos worden is iets wat ik ten alle tijden probeer te voorkomen.
Gisteren beleefde ik echter een dieptepunt. Een jongetje van een jaar of acht stond met een sneeuwschuiver op de stoep. Hij vroeg of hij een heitje voor een karweitje mocht doen. Ik wist niet dat zulke kinderen vandaag de dag nog bestonden en gecharmeerd door zijn vlijtige en ondernemende mentaliteit, zei ik ja. Hij zou een euro krijgen als hij de oprit sneeuwvrij zou maken. Door goed te onderhandelen wist het jongetje er zelfs nog 1,25 van te maken, iets waar ik akkoord mee ging om zijn ondernemersgeest te stimuleren. Maar toen hij een kwartier later aanbelde om te incasseren, zag ik dat hij alleen het stuk oprit vóór de auto schoon had gemaakt. Achter en naast de auto lag nog volop sneeuw. Het jongetje voor mij stond echter heel hard te hijgen en liet mij duidelijk merken dat hij keihard gewerkt had om de oprit schoon te krijgen. Ik kreeg medelijden met hem en vroeg me af wat hij wel niet zou denken van mij als ik hem nu weer aan het werk zou zetten. Dus in plaats van hem aan te spreken op de sneeuw die ik nog zag liggen, duwde ik hem de 1,25 in de hand en zei: goed gedaan joh, hartstikke bedankt!
Toen ik de deur dicht deed realiseerde ik me pas echt wat er zojuist gebeurd was. In plaats van de zelfverzekerde en rechtvaardige volwassene te zijn en de ander te wijzen op de gemaakte afspraken, had ik me weer eens goed laten afschepen. Door een jongetje van acht.